• lin·gu·is·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord linguïstiek -
verkleinwoord - -

de linguïstiekv

  1. wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft
89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be