ISO 639-3
cos
bestand
  • Cor·si·caans
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Corsicaans - -
verkleinwoord - - -

het Corsicaanso

  1. geen meervoud (taal) taal die op Corsica gesproken wordt
    • Spreekt u Corsicaans? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Corsicaans Corsicaanser Corsicaanst
verbogen Corsicaanse Corsicaansere Corsicaanste
partitief Corsicaans Corsicaansers -

Corsicaans

  1. (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Corsica


Corsicaans o

  1. (Veldeke), (taal) Corsicaans