Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Cor·si·caan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Corsicaan Corsicanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Corsicaanm

  1. (demoniem) een inwoner van Corsica, of iemand afkomstig uit Corsica
Verwante begrippen

Gangbaarheid