Huidig
bestand
119
  • -aan

[A] -aan m

  1. (demoniem) toegevoegd aan de eigennaam van een plaats of gebied om een bewoner daarvan aan te duiden
    De aldus gevormde benamingen worden volgens spellingregel 16.F geschreven met een hoofdletter.
    • Tibet → Tibetaan 
    • Aruba → Arubaan 
    • Troje → Trojaan 
  2. (eponiem) toegevoegd aan de eigennaam van een persoon om een volgeling daarvan aan te duiden
    De aldus gevormde woorden worden volgens spellingregel 16.C geschreven met een kleine letter.
    • Luther→ lutheraan 
enkelvoud meervoud
naamwoord -aan -anen
verkleinwoord

[B] -aan o

  1. (scheikunde) verzadigde koolwaterstofverbinding, waarvan het skelet door de stam wordt aangeduid
    • ether → ethaan 
  1. -een