scheikunde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scheikunde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɛikʏndə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- schei·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schei ww en kunde zn , leenvertaling van verouderd Duits Scheidekunst, in de betekenis van ‘chemie’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheikunde | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
scheikunde v
- (wetenschap) wetenschap die zich bezig houdt met de studie van de samenstelling en de bouw van de stoffen, de chemische veranderingen die plaats vinden onder bepaalde omstandigheden en de wetmatigheden die daaruit voort vloeien
- ▸ Jarno studeerde scheikunde en is docent natuurkunde op een middelbare school in Capelle aan den IJssel.[4]
- (onderwijs) schoolvak waarin de samenstelling en de bouw van de stoffen, de chemische veranderingen die plaats vinden onder bepaalde omstandigheden en de wetmatigheden die daaruit voort vloeien worden behandeld
- ▸ Van alle havo-leerlingen doet ongeveer 65 procent eindexamen in het vak geschiedenis. Bij het vwo is dit 50 procent. Geschiedenis is bij deze schoolniveaus bij twee van de vier bovenbouwprofielen een verplicht vak. Als we de kernvakken (Engels, Nederlands en wiskunde) buiten beschouwing laten is geschiedenis daarmee, samen met scheikunde, het vak dat het stevigst in deze profielen verankerd is.[5]
Synoniemen
- [1] chemie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- [1] scheikundig, scheikundige
- [2] scheikundeboek, scheikundeleraar, scheikundelerares, scheikundeles, scheikundelokaal, scheikundeonderwijs
Vertalingen
1. wetenschap die zich bezig houdt met de studie van de samenstelling en de bouw van de stoffen
|
Gangbaarheid
- Het woord scheikunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "scheikunde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ scheikunde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "scheikunde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Marit Willemsen“‘Het avondeten is hét moment bij ons thuis’” (23 december 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Stefan Glasbergen“Geschiedenis : Vooral afwezig in vmbo” (16 februari 2022) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
scheikunde