Huidig
bestand
3
  • Dit achtervoegsel kan beschouwd worden als achtervoegsel -nus met een bindklinker ā ervoor. Overgeërfd uit het Proto-Indo-Europees.

-ānus

  1. vormt bijvoeglijke naamwoorden van andere (voor)naamwoorden en betekent "afkomstig van" of "behorende tot".
    «mōns → montānus»
    berg → bergachtig, op of aan bergen wonend
    «pāgus → pāgānus»
    dorp → dorps, boers, land-
    «Rōma → Rōmānus»
    Rome → Romeins