Alcedo atthis
  • ijs·vo·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsvogel ijsvogels
verkleinwoord ijsvogeltje ijsvogeltjes

de ijsvogelm

  1. (scharrelaarvogels) bepaald soort blauwgroen vogeltje met oranje borst en spitse snavel, Alcedo atthis  , dat vooral van visjes leeft
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]