ijsvogel
- Geluid: ijsvogel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛisfoɣəl / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɛɪ̯sfoχɔɫ/, /ˈæɪ̯sfoʊ̯χɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɛːsfoːɣəl/
- (Limburg): /ˈɛɪ̯zvoːɣəl/
- ijs·vo·gel
- van Middelnederlands ijsvogel / ijsvoghel, in de betekenis van ‘scharrelaarachtige’ aangetroffen vanaf 1287; op te vatten als samenstelling van ijs zn en vogel zn , waarbij de herkomst en betekenis van "ijs" onduidelijk is [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsvogel | ijsvogels |
verkleinwoord | ijsvogeltje | ijsvogeltjes |
de ijsvogel m
- (scharrelaarvogels) bepaald soort blauwgroen vogeltje met oranje borst en spitse snavel, Alcedo atthis , dat vooral van visjes leeft
- Afrikaanse dwergijsvogel, Afrikaanse reuzenijsvogel, amazone-ijsvogel, Amerikaanse reuzenijsvogel, aroevlagstaartijsvogel, Australische vlagstaartijsvogel, azuurijsvogel, bandijsvogel, berggeelsnavelijsvogel, Berlepsch' zesdradige paradijsvogel, biakvlagstaartijsvogel, bismarckdwergijsvogel, bismarckijsvogel, blauw-witte ijsvogel, blauw-zwarte ijsvogel, blauwborstdwergijsvogel, blauwe paradijsvogel, blauwkopbosijsvogel, Blyths ijsvogel, bonte ijsvogel, borabora-ijsvogel, bruinborstijsvogel, bruinkapijsvogel, bruinkopdwergijsvogel, bruinrugvlagstaartijsvogel, bruinvleugelijsvogel, burudwergijsvogel, Chinese reuzenijsvogel, Filipijnse dwergijsvogel, geelkraagparadijsvogel, gestreepte ijsvogel, glansijsvogel, Goldie's paradijsvogel, grijskopijsvogel, groen-bruine ijsvogel, groene dwergijsvogel, groene ijsvogel, grootsnavelijsvogel, grote kraagparadijsvogel, grote paradijsvogel, guadalcanaldwergijsvogel, guamijsvogel, haaksnavelijsvogel, hagedisijsvogel, halmahera-ijsvogel, heilige ijsvogel, Javaanse blauwborstijsvogel, Javaanse ijsvogel, jungledwergijsvogel, kastanjebuikijsvogel, Keizer Wilhelms paradijsvogel, kikkerbekijsvogel, kleine geelsnavelijsvogel, kleine kraagparadijsvogel, kleine paradijsvogel, kobaltijsvogel, kofiauvlagstaartijsvogel, Koning Willem III-paradijsvogel, koningsparadijsvogel, louisiadenijsvogel, luzonbosijsvogel, Macleays ijsvogel, madagaskardwergijsvogel, makiradwergijsvogel, malachietijsvogel, malaitadwergijsvogel, Maleise bosijsvogel, mangaia-ijsvogel, mangareva-ijsvogel, mangrove-ijsvogel, manusdwergijsvogel, marianenijsvogel, markiezenijsvogel, Melanesische ijsvogel, menintingijsvogel, mindanaobosijsvogel, mindanaodwergijsvogel, Molukse dwergijsvogel, new-britaindwergijsvogel, new-georgiadwergijsvogel, new-irelanddwergijsvogel, niau-ijsvogel, Noord-Molukse ijsvogel, Noord-Salomonsdwergijsvogel, noordelijke zilverdwergijsvogel, numforvlagstaartijsvogel, ooievaarsbekijsvogel, Pacifische ijsvogel, palau-ijsvogel, papoea-ijsvogel, papoeadwergijsvogel, platsnavelijsvogel, ponapé-ijsvogel, Raggi's paradijsvogel, rode paradijsvogel, roodrugijsvogel, rosse ijsvogel, roze vlagstaartijsvogel, salomonsbosijsvogel, sangirblauwoorijsvogel, sangirdwergijsvogel, senegalijsvogel, smyrna-ijsvogel, soendablauwborstijsvogel, streepkopbosijsvogel, suladwergijsvogel, sulawesiblauwoorijsvogel, sulawesidwergijsvogel, tahiti-ijsvogel, talaudijsvogel, teugelijsvogel, timorijsvogel, torresijsvogel, turkooisijsvogel, ultramarijnijsvogel, vlagstaartijsvogel, Wallace' paradijsvogel, westelijke kraagparadijsvogel, wilhelminaparadijsvogel, Wilsons paradijsvogel, Winchells ijsvogel, witbuikijsvogel, witkeelijsvogel, witkraagijsvogel, zebra-ijsvogel, Zuid-Molukse ijsvogel, zuidelijke zilverdwergijsvogel, zwartkapijsvogel, zwartkopvlagstaartijsvogel, zwartsnavelijsvogel
- blauwborstijsvogel, blauwoorijsvogel, bosijsvogel, dwergijsvogel, geelsnavelijsvogel, halmaheraijsvogel, papoeaijsvogel, reuzenijsvogel, visijsvogel, waterijsvogel
- Indien ijsvogel wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep ijsvogels zie dan Hyponiemen ijsvogels
1. bepaald soort blauwgroen vogeltje met oranje borst en spitse snavel, Alcedo atthis
- Het woord ijsvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsvogel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ijsvogel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "ijsvogel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be