blauwkopbosijsvogel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  blauwkopbosijsvogel    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• blauw·kop·bos·ijs·vo·gel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  blauwkop zn  en  bosijsvogel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	blauwkopbosijsvogel	blauwkopbosijsvogels
verkleinwoord	blauwkopbosijsvogeltje	blauwkopbosijsvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de blauwkopbosijsvogel m

1. (scharrelaarvogels) Actenoides monachus  een vogel uit de familie Alcedinidae  (ijsvogels). Deze soort is endemisch op Celebes en telt 2 ondersoorten

Hyperoniemen

• ijsvogels, scharrelaarvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'blauwkopbosijsvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.