borabora-ijsvogel

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bo·ra·bo·ra·ijs·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borabora-ijsvogel borabora-ijsvogels
verkleinwoord borabora-ijsvogeltje borabora-ijsvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de borabora-ijsvogelm

  1. (scharrelaarvogels) Todiramphus tutus   een vogel uit de familie Alcedinidae   (ijsvogels). Deze soort is endemisch op de Genootschapseilanden, een tropische eilandengroep van vulkanische oorsprong binnen de archipel van Frans-Polynesië en telt 3 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie