wilhelminaparadijsvogel

 
  • (IPA in voorbereiding)
  • wil·hel·mi·na·pa·ra·dijs·vo·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord wilhelminaparadijsvogel wilhelminaparadijsvogels
verkleinwoord wilhelminaparadijsvogeltje wilhelminaparadijsvogeltjes

de wilhelminaparadijsvogelm

  1. (zangvogels) Lophorina superba x   een paradijsvogel waarvan verondersteld wordt dat het een bastaard is tussen de prachtparadijsvogel (Diphyllodes magnificus of Cicinnurus magnificus) en de kraagparadijsvogel (Lophorina superba)