grote paradijsvogel

 
  • (IPA in voorbereiding)
  • gro·te pa·ra·dijs·vo·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord grote paradijsvogel grote paradijsvogels
verkleinwoord groot paradijsvogeltje grote paradijsvogeltjes

de grote paradijsvogelm

  1. (zangvogels) Paradisaea apoda   een zangvogel uit de familie van de paradijsvogels (Paradisaeidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus