Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterbad waterbaden
verkleinwoord waterbadje waterbadjes

Zelfstandig naamwoord

het waterbado

  1. inrichting om iets beneden 100° C gelijkmatig te verwarmen door het te plaatsen in of boven warm water.

Gangbaarheid