(bouwkunde) een halfronde groef aangebracht aan de onderzijde van uitstekende delen van een gevel bedoeld om regenwater druppelsgewijs af te voeren
Een waterhol voorkomt dat regenwater teruggevoerd wordt naar de muur of het raam.
Zo leveren de fabrieken basementen, lijsten (ook met waterhollen: voor binnenwerk!), enz. Is alles in elkaar gezet, dan spreekt men van baksteen-architectuur, en heeft men 't materiaal van deze tijd prachtig benut: zo meent men [1]
Vebo raamdorpels (ook wel lekdorpels genoemd) worden hoofdzakelijk toegepast onder raamkozijnen. Ze zorgen ervoor dat het regenwater van het raam niet in de spouwmuur terecht kan komen. Om te voorkomen dat regenwater dat van de ruit over de dorpel vloeit, op het onderliggende metselwerk loopt en dat bevuilt, zijn raamdorpels doorgaans voorzien van waterhollen[2]
Ze zijn opgejaagd uit hun waterholen, de booze geesten der rivier. Ze hebben het stormsein gehoord, dat loeiend door de lucht vaart. Schimmig-wit zijn ze en in huiverende jacht razen ze vlak over 't water.... [3]
In den drogen tijd, wanneer kreken en zwampen zijn opgedroogd, wordt de visch die in de waterholen is achtergebleven, met de hand gevangen. [4]