Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenwater binnenwaters
binnenwateren
verkleinwoord binnenwatertje binnenwatertjes

Zelfstandig naamwoord

binnenwater o [1]

  1. een water binnen in het land
    • De metamorfose past in het streven om de Rotterdamse binnenwateren aantrekkelijker te maken voor recreatie, te beginnen met de Leuve- en Wijnhaven. Zo wordt het aantal ligplaatsen in de sloepenhaven Red Apple Marina uitgebreid van 28 naar 55 en krijgt het Wijnhavenfestival dat vorige zomer voor het eerst plaatsvond, een nieuwe formule.[2] 
  2. een zeer smalle strook zee langs de kust die binnen de 'basislijn' ligt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Caspar Naber 19 januari 2017