[2] Studioportret van een waterdrager, Batavia
  • wa·ter·dra·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord waterdrager waterdragers
verkleinwoord - -

de waterdragerm

  1. (beroep) (wielersport) knecht in een wielerploeg die tijdens de rit de bevoorrading verzorgt.
  2. (beroep) het beroep dat wordt uitgeoefend daar waar nog geen waterleiding is, om de mensen hun water te brengen