waterafvoer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waterafvoer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wa·ter·af·voer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en afvoer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterafvoer | waterafvoeren |
verkleinwoord | waterafvoertje | waterafvoertjes |
Zelfstandig naamwoord
de waterafvoer m
- een constructie om water naar een bepaalde plek te geleiden
- De waterafvoer was verstopt en daardoor stroomde alles de tuin in.
- lozing van water
Hyponiemen
- [1]: hemelwaterafvoer
Vertalingen
1. een constructie om water naar een bepaalde plek te geleiden
Gangbaarheid
- Het woord waterafvoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.