Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·vei·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterveiligheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de waterveiligheidv

  1. het vertrouwen dat men kan hebben dat men niet getroffen zal worden door een overstroming
    • Volgens het Deltaplan moeten vrijwel alle rivierdijken in Nederland worden versterkt om overstromingen bij hoogwater te voorkomen. Het zwaartepunt ligt in het Rivierengebied, maar Maasdriel snapt niet waarom de dijk in Alem minder sterk hoeft te zijn dan die in Kerkdriel, 5 kilometer verderop. Ook zegt de gemeente niet aan inwoners te kunnen uitleggen waarom zij financieel moeten opdraaien voor de waterveiligheid in het hele land. [1] 
    • De provincie is een onderschatte bestuurslaag. Zij zorgt voor de regionale economie, voor goede wegen en spoorverbindingen. De provincie gaat over natuur, landschap en landbouw. Ze gaat over waterveiligheid en drinkwater. Dat zijn geweldig belangrijke thema’s. Van groot belang voor de burger. En last but not least, de leden van de Provinciale Staten kiezen de Eerste Kamer en is daarmee heel belangrijk voor de regering van ons land. De ChristenUnie heeft het belang daarvan bij het huidige kabinet helder laten zien. [2] 
    • De focus ligt bij het waterschap op de zogenaamde waterveiligheid, het maken van bergingen die bij veel neerslag water kunnen vasthouden om overstromingen van de rivier te voorkomen. Als het droger wordt, kan het water terugstromen naar de Regge. [3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen