zemelwater
- Geluid: zemelwater (hulp, bestand)
- ze·mel·wa·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zemelwater | |
verkleinwoord |
het zemelwater o
- aftreksel van zemelen
- 4. Wie iets te verkopen heeft, mag het niet mooier doen schijnen om er zo mee te bedriegen. Bijvoorbeeld door een dier zemelwater te drinken te geven, waardoor het opzet en zijn haren rechtovereind gaan staan, zodat het er dikker uitziet, of door oude voorwerpen op te verven, zodat zij er als nieuw uitzien, of iets dergelijks. [Ch.M. 228: 9][2]
- Het woord zemelwater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.