Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·bad·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwembadwater
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwembadwatero

  1. het water van een zwembad
    • Het zwembadwater wordt continu ververst. 

Gangbaarheid