Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·ke·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterketel waterketels
verkleinwoord waterketeltje waterketeltjes

Zelfstandig naamwoord

de waterketelm

  1. (huishouden) ketel waarin men water kan warmen of koken.
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be