waterpark
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·park
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en park
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterpark | waterparken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het waterpark o
- park met vijvers waarin water wordt opgevangen, bv. om wateroverlast te voorkomen of achterliggende gebieden geleidelijk te kunnen bevloeien.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord waterpark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.