• lek·wa·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord lekwater
verkleinwoord

het lekwatero

  1. water dat ergens langs lekt of gelekt is
    • De gemeente presenteerde woensdag meerdere opties voor de Poldertoren, die de polderbewoners handenvol geld kostte. Ruim 4 miljoen werd er al geïnvesteerd in een verbouwing, maar dat geld spoelde met het lekwater weer net zo hard weg. De huidige waarde van de toren wordt geschat op slechts 450.000 euro. Verkoop lijkt daarmee op dit moment uitgesloten.[2] 
    • Voor de wanden wordt ook nog, zoals gebruikelijk, een betonnen binnenwand van zestig centimeter dikte gestort. Die kan ook nog lekwater tegenhouden.[3]