De tewaterlating van de Willem Ruys (1946)
  • te·wa·ter·la·ting
  • Afgeleid van te water laten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord tewaterlating tewaterlatingen
verkleinwoord - -

de tewaterlatingv

  1. het vanaf de werf waar het gebouwd is in het water brengen van een schip
    • Een tewaterlating gaat gewoonlijk met enig ceremonieel gepaard.