Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pol·der·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord polderwater polderwaters
polderwateren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het polderwatero

  1. water dat vanuit een polder wordt weggepompt
    • Een bijkomend voordeel is dat het polderwater gemengd met regulier drinkwater weinig kunstmatige ontharding nodig heeft. Daardoor hoeven tijdens de bereiding veel minder chemicaliën worden ingezet.[2] 
    • Het gaat om de kleinste molen van de provincie Utrecht, die samen met de naastgelegen Westbroekse Molen (de grootste van de provincie) overtollig polderwater uitmaalt op de rivier de Vecht.[3] 
  2. een (bevaarbare) waterweg in een polder
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen