Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·huis·hou·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterhuishouding waterhuishoudingen
verkleinwoord waterhuishoudinkje waterhuishoudinkjes

Zelfstandig naamwoord

de waterhuishoudingv

  1. transport en gebruik van water in het plantenrijk
  2. het opnemen en afgeven van water door de bodem
  3. regeling van het gebruik van de beschikbare watervoorziening in de samenleving.

Meer informatie

Gangbaarheid