Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheer·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheerwater
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het scheerwatero

  1. warm water waarmee je je gaat scheren, water dat overblijft na het scheren
    • 'Ik gebruik de magnetron nu alleen nog maar om mijn scheerwater op te warmen', schreef 't Hart.Marcel Hulspas van de stichting Skepsis noemt de aanwezigheid van angst bij nieuwe technologische vindingen 'een ijzeren wet'.[2] 
    • En komen er niet steeds meer mannen die cosmetica gebruiken? Dat laatste is onzin, want mannen gebruiken scheerwaters, shampoo en hooguit wat zalven.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Volkskrant Wilma de Rek 2 april 1999 Onzichtbaar gestraalte
  3. NRC Ileen Montijn 30 april 1992 Opgemaakt