Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Mist
  • mist
  • In de betekenis van ‘verdichting van waterdamp’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord mist misten
verkleinwoord - -

de mistm

  1. (meteorologie) laaghangende bewolking die het zicht belemmert
    • Loopt het zicht verder terug dan 1 km, dan spreekt men van mist. 
vervoeging van
missen

mist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van missen
    • Jij mist. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van missen
    • Hij mist. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van missen
    • Mist! 
vervoeging van
misten

mist

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van misten
vervoeging van
misten

mist

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van misten
  2. gebiedende wijs van misten

mist

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van mis
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


  • mist
Naar frequentie 4497

mist

  1. voltooid deelwoord van misse

mist

  1. verouderde spelling of vorm van miss tot 2005
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van miss, m


  • mist

mist

  1. voltooid deelwoord van missa

mist

  1. voltooid deelwoord van misse

mist

  1. voltooid deelwoord van mista

mist

  1. gebiedende wijs van mista

mist

  1. voltooid deelwoord van miste

mist

  1. gebiedende wijs van miste