Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·scha·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterschade waterschaden
waterschades
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de waterschadev / m

  1. schade door water veroorzaakt, met name bij het blussen van brand en door het lekken van een schip.

Gangbaarheid