Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·kuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterkuur waterkuren
verkleinwoord waterkuurtje waterkuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de waterkuurv / m

  1. (medisch) geneeswijze met gebruik van water.

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be