Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·mo·le·cu·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord watermolecule watermoleculen
watermolecules
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de watermoleculev / m, het watermoleculeo

  1. de kleinste hoeveelheid water bestaande uit twee waterstof atomen gebonden aan een zuurstof atoom
    • De ruimteorganisatie NASA heeft watermoleculen op de maan gevonden. 
Synoniemen

Gangbaarheid