Nederlands

 
de Amsterdamse Waterleidingduinen
Uitspraak
Woordafbreking
  • duin·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duinwater duinwaters
duinwateren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

duinwater o [1]

  1. drinkwater dat wordt opgepompt vanuit de duinen
    • Op papier lijkt bier brouwen simpel. Bier bevat maar vier hoofdingrediënten: water, mout, hop en gist. Texels wordt gemaakt van duinwater en granen van een lokaal boerencollectief. „Hier is gemiddeld dertig procent meer zon dan in de rest van het land. In combinatie met de zeelucht zorgt dat voor mooie, dikke korrels”, prijst Diks het graan aan. Om te kunnen brouwen moet het graan mout worden. Dat gebeurt door het te smoren zodra het gaat kiemen.[2] 
    • Het Amsterdam Museum heeft een fles schoon drinkwater uit 1853 verworven; een reclamefles als aansporing om schoon duinwater te drinken. Destijds werd vooral regenwater en water uit de Vecht gedronken, met tyfus en cholera tot gevolg. Volgens het etiket was het nieuwe water te koop voor 'maximaal twee emmers voor 2 cent, er wordt géén geld gewisseld'.[3]  
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Camil Driessen 23 augustus 2013
  3. Volkskrant 22 maart 2011