zoetwater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zoet·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zoet en water [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoetwater | - |
verkleinwoord | zoetwatertje | zoetwatertjes |
Zelfstandig naamwoord
het zoetwater o
- water dat minimale hoeveelheden zout bevat
Afgeleide begrippen
- zoetwaterbiologie, zoetwaterfauna, zoetwaterkwal, zoetwatermeer, zoetwatermossel, zoetwaterpan, zoetwaterplant, zoetwaterreservoir, zoetwaterspons, zoetwatervis, zoetwaterzak
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zoetwater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.