waterzeil
- wa·ter·zeil
- samenstelling van water en zeil
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterzeil | waterzeilen |
verkleinwoord | waterzeiltje | waterzeiltjes |
het waterzeil o
- (scheepvaart) zeil gevoerd door langsgetuigde zeilschepen bij ruime en voordewindse koersen, bevestigd met het bovenlijk onder aan de giek
- (scheepvaart) zeil gevoerd door klassieke dwarsgetuigde zeilschepen bij lichte wind onder de onderste lijzeilen
- Met een waterzeil thuiskomen
doornat zijn
1.
- Het woord 'waterzeil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.