Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·zeil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterzeil waterzeilen
verkleinwoord waterzeiltje waterzeiltjes

Zelfstandig naamwoord

waterzeil

  1. (scheepvaart) zeil gevoerd door langsgetuigde zeilschepen bij ruime en voordewindse koersen, bevestigd met het bovenlijk onder aan de giek
  2. (scheepvaart) zeil gevoerd door klassieke dwarsgetuigde zeilschepen bij lichte wind onder de onderste lijzeilen
Spreekwoorden
  • Met een waterzeil thuiskomen
doornat zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie