wijwater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wij·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands wiwater, op te vatten als samenstelling van wij ww en water zn ('wij' is de stam van het werkwoord 'wijen') [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijwater | wijwaters |
verkleinwoord | wijwatertje | wijwatertjes |
Zelfstandig naamwoord
het wijwater o
- door een priester gewijd water
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. gewijd water
Gangbaarheid
- Het woord wijwater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wijwater" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wijwater op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be