watergordijn
- Geluid: watergordijn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwatərɣɔrˌdɛin / (4 lettergrepen)
- wa·ter·gor·dijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | watergordijn | watergordijnen |
verkleinwoord | - | - |
het watergordijn o
- verticaal vlak gevormd door vallend of opspuitend water
- ▸ Ongeveer 25 bewoners van het Friese dorp Arum zijn gisteravond geëvacueerd nadat door graafwerkzaamheden bij een garage een lek was ontstaan in een hoofdtransportleiding van de Gasunie. De kans op ontploffingsgevaar was dermate groot dat de brandweer een watergordijn aanlegde en voortdurend metingen uitvoerde.[2]
-
Een watergordijn als deel van een kunstwerk op het Aegonplein in Den Haag.
-
1. Een verkoelend watergordijn in Lodz.
- Het woord watergordijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Evacuatie na gaslek” (29 september 2000) op nrc.nl