besproeien
- Geluid: besproeien (hulp, bestand)
- IPA: /bə'sprujə/
- be·sproei·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
besproeien |
besproeide |
besproeid |
zwak -d | volledig |
besproeien
- overgankelijk natmaken met fijne druppels
- Hij besproeit de bloemetjes momenteel.
- Het woord besproeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "besproeien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be