kleine watersalamander
  • wa·ter·sa·la·man·der
enkelvoud meervoud
naamwoord watersalamander watersalamanders
verkleinwoord

de watersalamanderm

  1. (salamanders) Salamandridae   salamanders die vooral tijdens de paartijd meer aan water zijn gebonden dan andere soorten salamanders
     De pad werd het meest geholpen, gevolgd door de bruine kikker en de kleine watersalamander. Maar vrijwilligers zetten ook steeds vaker zeldzame amfibieën over, zoals de rugstreeppad, de heikikker en de kamsalamander.[2]
     Met een lengte tot 16 centimeter is het dier de grootste watersalamander die in Nederland voorkomt.[3]
     Verschillende inheemse salamandersoorten, zoals de kamsalamander en de alpenwatersalamander zijn gevoelig voor Bs en sterven binnen de week. ‘De schimmel dringt de huid binnen en eet vervolgens de huid op’, zegt Martel. ‘De huid, die water en zuurstof doorlaat is een belangrijk orgaan voor amfibieën.’[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Meer padden geholpen bij oversteken” (09-09-2010), NOS
  3.   Weblink bron
    Mitchel Suijkerbuijk
    “Kwetsbare salamander duikt op in Winterswijk: ‘Hij zat mooi verscholen in de struiken’” (28-10-2020), Tubantia
  4.   Weblink bron “Wetenschappers: ‘salamanders met uitsterven bedreigd door schimmel’” (03/11/2014), HP de Tijd