Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·zem·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boezemwater boezemwateren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boezemwatero

  1. (waterbeheer) overtollig water dat in een polderboezem verzameld wordt om uitgewaterd te worden

Gangbaarheid

Meer informatie