ijswater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
ijs·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijswater | ijswateren ijswaters |
verkleinwoord | ijswatertje | ijswatertjes |
Zelfstandig naamwoord
het ijswater o
- water van gesmolten ijs
- drinkwater met ijs.
Vertalingen
1
Gangbaarheid
- Het woord ijswater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijswater" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be