Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·per·vlak·te·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oppervlaktewater oppervlaktewateren
oppervlaktewaters
verkleinwoord oppervlaktewatertje oppervlaktewatertjes

Zelfstandig naamwoord

het oppervlaktewatero

  1. water dat in vloeibare vorm aan de oppervlakte komt zoals in meren, rivieren en kanalen
    • Wereldwijd gebruikt de business-to-businessmarkt dagelijks zo’n 25 miljoen kilo giftige en slecht afbreekbare reinigingsproducten. Jaarlijks vervuilen deze chemicaliën circa 182 miljard schoon drinkwater. Een deel kan hiervan kan worden gezuiverd, maar 30 dertig procent komt uiteindelijk toch in het oppervlaktewater terecht. [1] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen