• on·der·wa·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord onderwater -
verkleinwoord onderwatertje onderwatertjes

het onderwatero

  1. (bij molens) het water dat lager is gelegen (bij watermolens: waar het water na het aandrijven van het waterrad heenstroomt; bij windmolens: het water dat omhoog wordt gemalen)
    • De mogelijkheid toch bestaat, als een gebouw staat op een waterscheiding, dat het bovenwater onder de fundering door naar het onderwater loopt, dus hier uit de zee in de polder. [2]

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijwoord

onderwater

  1. geheel onder de waterspiegel
     Daarbij komt dat er geen proces bekend is dat het smelten van ijs in onderwater gelegen gebieden op de bodem van Antarctica, kan stoppen of stabiliseren.[3]
     (... ) men krijgt als buitenstaander anders nooit iets te zien van de moordpartijen die zich onderwater afspelen (...)[4]
  • onder water (twee woorden) heeft meer de betekenis "(deels) onder een laag water, bijvoorbeeld als gevolg van een gestegen waterpeil".
Door de overstroming staat het paleis onder water.
Het paleis van de zeemeermin stond onderwater.
89 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Rezelman, C.
    "Van Strijkmolen tot Meelmolen" in: De Speelwagen. jrg. 7 nr. 9 (1952) Historische Genootschappen in Hollands Noorderkwartier
    ; p. 277-280; geraadpleegd 2015-07-16
  3.   Weblink bron “Geen zee te hoog” (28 januari 2020) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Vroom, H.R.G.
    President Dramakutra in: Libertinage., jrg. 5 nr. 2 (1953), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 196
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be