auto
![]() |

- au·to
de auto m
- (verkeer)(techniek) voertuig met drie of meer wielen, een motor en een carrosserie
- Ik ga nooit met de auto naar mijn werk.
- Gemiddeld heeft elk huishouden een auto.[3]
- ▸ Het was nog donker toen Jack arriveerde om mij met zijn auto naar de Mexicaanse grens brengen.[4]
- ▸ Deze fabrikanten proberen elkaar flink af te troeven. "Er is echt een innovatie-oorlog gaande. Omdat er nu zo veel concurrentie is, probeert iedereen nieuwe functies in een auto te stoppen", zegt Van Dillen. Niet elke innovatie is volgens hem even geslaagd. "Veel van de nieuwe Chinese auto's hebben een waslijst aan innovaties waar mensen waarschijnlijk niet veel van zullen gebruiken."[5]
|
|
1. voertuig met drie of meer wielen, een motor en een carrosserie
|
|
- Het woord auto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "auto" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "auto" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ auto op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Koersdocument parkeren Borne 2012-2020, januari 2013
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron
Aïda Brands“Chinese elektrische auto's booming in Europa ondanks heffingen” (24 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /aʊ̯tɔ/
- au·to
auto o
- ísť autom - autorijden
- nákladné auto o
- osobné auto o
- sanitné auto o - ambulance
- vojenské auto o
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /aʊ̯tɔ/
- au·to
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord automobil
auto o
- (verkeer)(techniek) auto; een voertuig met drie of meer wielen, een motor en een carrosserie
- «Auto zaparkoval na přilehlém parkovišti.»
- De auto heeft hij op de naastgelegen parkeerplaats geparkeerd.
- «Auto zaparkoval na přilehlém parkovišti.»
- firemní auto o
- nákladní auto o
- osobní auto o
- služební auto o
- řídit auto - een auto besturen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.