• au·to·spie·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord autospiegel autospiegels
verkleinwoord autospiegeltje autospiegeltjes

de autospiegelm

  1. spiegel in of aan een auto waarmee een chauffeur kan zien wat achter de auto gebeurt zonder het hoofd te moeten omdraaien
     American Horror Story-acteur overleden na klap van autospiegel[2]
     Jongetje honderden meters meegesleurd aan autospiegel[3]
     De 21-jarige voetbalfan ontkent dat hij de vuurwerkbom heeft gegooid. Dat was iemand anders, zegt hij. Wel geeft hij toe dat hij een autospiegel heeft geworpen naar politiemensen die de voetbalfans filmden. Deze spiegel treft ook doel, zo blijkt uit de beelden. L. had al een stadionverbod en dat is verlengd tot 2025.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “American Horror Story-acteur overleden na klap van autospiegel” (Dinsdag 24 februari 2015, 09:50), NOS
  3.   Weblink bron “Jongetje honderden meters meegesleurd aan autospiegel” (Vrijdag 24 februari 2017, 16:49), NOS
  4.   Weblink bron “Celstraf geëist tegen Feyenoordfan die vuurwerkbom naar politie gooide” (Dinsdag 1 december 2015, 16:56), NOS