zijspiegel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijspiegel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zij·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zij en spiegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijspiegel | zijspiegels |
verkleinwoord | zijspiegeltje | zijspiegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de zijspiegel m
- (verkeer) een spiegel aan zijkant van een voertuig waarin de chauffeur het zijdelings achteropkomende verkeer kan waarnemen
- Je moet je zijspiegel nog even goed zetten.
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord zijspiegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijspiegel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be