• zij·spie·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord zijspiegel zijspiegels
verkleinwoord zijspiegeltje zijspiegeltjes

de zijspiegelm

  1. (verkeer) een spiegel aan zijkant van een voertuig waarin de chauffeur het zijdelings achteropkomende verkeer kan waarnemen
    • Je moet je zijspiegel nog even goed zetten. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be