linkerzijspiegel
- lin·ker·zij·spie·gel
- samenstelling van linker en zijspiegel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | linkerzijspiegel | linkerzijspiegels |
verkleinwoord |
de linkerzijspiegel m
- (transport) de verplichte spiegel aan de linker buitenkant van een voertuig
- ▸ De Audi mindert weer vaart, net zo lang tot ze weer vlak achter hem zit. De fucker! In haar linkerzijspiegel ziet ze dat een hele sliert wagens haar begint in te halen.[1]
- ▸ De 47-jarige man reed rond 17:30 uur in zijn personenauto op de Soerelseweg richting Nunspeet toen een grijze bestelbus hem tegemoet kwam rijden. Deze bestelbus raakte met de linkerzijspiegel en deur van de auto van de 47-jarige man aan.[2]
- Het woord linkerzijspiegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “Automobilist rijdt door na aanrijding” (13 maart 2009), Reformatorisch Dagblad