auto-ongeluk
- au·to-on·ge·luk
- samenstelling van auto en ongeluk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auto-ongeluk | auto-ongelukken |
verkleinwoord | auto-ongelukje | auto-ongelukjes |
het auto-ongeluk o
- (verkeer) verkeersongeval waarbij minstens één auto betrokken is
1. verkeersongeval waarbij minstens één auto betrokken is
- Het woord auto-ongeluk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "auto-ongeluk" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be