autovrees
- au·to·vrees
- samenstelling van auto zn en vrees zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autovrees | autovrezen |
verkleinwoord | autovreesje | autovreesjes |
- (psychologie) (medisch) een overmatige en niet-functionele angst om een voertuig te besturen of om bijrijder te zijn
- ▸ Angst is een verzamelnaam waar heel wat zaken kunnen onder vallen. Denk maar aan: autovrees, claustrofobie, paniek- of hyperventilatieaanvallen, spinnenvrees, bloosangst, sociale angst, hypochondrie, naaldenfobie, bloedfobie, insectenfobie, onweerfobie... Dit zijn allemaal fobieën waar mensen in hun leven hinder van kunnen ondervinden.[1]
- Het woord 'autovrees' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Angst”