auto-immuunziekte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: auto-immuunziekte (hulp, bestand)
- IPA: /otoɪˈmynziktə/, /ˌautoʔɪˈmynziktə/
Woordafbreking
- au·to-im·muun·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto-immuun en ziekte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auto-immuunziekte | auto-immuunziekten auto-immuunziektes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
auto-immuunziekte v
- (medisch) een ziekte waarbij het immuunsysteem het eigen lichaam aanvalt
- Een auto-immuunziekte is vaak chronisch en kan tot ernstige klachten leiden.
Hyponiemen
Verwante begrippen
- antifosfolipidesyndroom, collageenziekte, dermatomyositis, microchimerisme, myositis, opsoclonus-myoclonussyndroom, pemfigoïd, polymyositis, reumafactor, sclerodermie
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord auto-immuunziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.