autostop
- au·to·stop
- samenstelling van auto en stop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autostop | autostops |
verkleinwoord |
de autostop m
- Het woord autostop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "autostop" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- au·to·stop
autostop m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
autostop m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /aʊ̯tɔstɔp/
- auto·stop
- (verkeer) het liften; het, met een langs de weg aangehouden auto, als gratis passagier meerijden
- «Méně než půl procenta lidí chce na dovolenou vyrazit na motorce, lodí nebo autostopem.»
- Minder dan een half procent mensen wil op vakantie gaan op een motor, met een boot of door te liften.
- «Méně než půl procenta lidí chce na dovolenou vyrazit na motorce, lodí nebo autostopem.»
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.