Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
auto-
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Voorvoegsel
1.4.1
Antoniemen
1.4.2
Afgeleide begrippen
1.5
Meer informatie
1.6
Verwijzingen
Nederlands
Huidig
bestand
44
Uitspraak
Geluid
:
auto-
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
au·to-
Woordherkomst en -opbouw
van het Grieks: '
αυτος
' (
zelf
)
voor een klinker valt de laatste o weg dus
aut-
Voorvoegsel
auto-
[
1
]
zelf-
Antoniemen
allo-
hetero-
Afgeleide begrippen
autarkie
auto-agressief
auto-erotiek
auto-euthanasie
auto-evaluatie
auto-immunisatie
auto-immuniteit
auto-infectie
auto-intoxicatie
auto-oxidatie
autoanalyse
autobiografe
autocorrelatie
autocrematie
autocrematorium
autodialer
autofagie
autofellatio
autofocuscamera
autogenese
autograferen
autografisch
autohypnose
autokatalytisch
autokritiek
autolytisch
automorf
automutilant
autonomie
autopiano
autopiloot
autoplastisch
autoradiografie
autoregressie
autotherapie
autotomie
autotransfusie
autotransplantaat
autotransplantatie
autovaccin
Meer informatie
Zie
Wikipedia
voor meer informatie.
Verwijzingen
↑
Woordenboek der Nederlandsche taal
(1864-2001).